We moeten kijken naar hoe Dja´fer-i Saadieq deze zin begreep?

Hij kijkt naar twee verzen uit de Koran om de basis te maken voor innerlijke vrede en rust. Ook hij bewondert deze Koranische verzen:

“En toen de mensen tot hen zeiden: "De volkeren hebben zich tegen u verzameld, vreest hen daarom," vermeerderde dit hun geloof en zij antwoordden: "Allah is ons genoeg en Hij is een uitstekende Beschermer.

En zij keerden terug met de genieting van Allah en (zijn) Gunst: Het kwaad heeft hen niet aangeraakt, want zij volgden welgevallen van Allah en Allah is de Bezitter van de Geweldige Gunst.” (Aali-Imran, 3/173-174)

Tegen de moe’min werd gezegd: Jullie vijanden komen bij elkaar om jullie aan te vallen, zouden jullie bang zijn? Dit soort moslim zijn nooit zwak en bang geweest. Bovendien zeggen ze: Allah is genoeg voor ons. Ze blijven sterk, geduldig en dapper. Ze verwachten de geschenken voor hun moed, van Allah (st).

Dja’fer-i Saadieq verwijst ons naar een soort Koranische medicijn voor wie angst heeft of hopeloos is. Deze medicijn is: “Hasboenallahoe we ni’me’l-wekiel” de positie van de moslim transformeert van angst tot moed (dapperheid/azime).

Want alle mensen zonder hulp van Allah kunnen bang zijn. Inderdaad, als de mensen “Hasboenallahoe we ni’me-l wekiel” blijven zeggen kan een uitgang en hoop de angst vervangen.

Dja’fer-i Saadieq (ra) zei ook: Ik ben verbaasd over degene die ellende heeft maar hij/zij niet ‘laa ilaahe illaa ente subhaaneke innie koentoe mine’z- zalimien” zegt.

Na dit vers volgt dat:

“Allah heeft hem geaccepteerd en hem gered vanuit ellende. Allah kan de andere moslims ook redden uit ellende.”

Hij baseerde deze uitspraak op het verhaal van Yoenoes (as)

“En (gedenk) Dzoennoen toen Hij kwaad wegging en meende dat Wij geen macht over hem hadden. Toen riep hij uit in de duisternissen: ´Er is geen god dan U, Heilig Bent U: Voorwaar, ik behoorde tot de onrechtvaardigen.

Toen verhoorden Wij hem en Wij reden hem uit de nood. En zo redden Wij de gelovigen.” (al-Anbijaa, 21/87-88)

Yoenoes (as) was verhuisd van zijn plek. Hij dacht dat hij mocht verhuizen zonder toestemming. Uiteindelijk kwam hij terecht in de buik van een grote vis. Daar heeft hij Allah (st) gesmeekt met uiterste gehoorzaamheid. Hij was oneerlijk geweest tegen zijn eigen ziel. Hij had een daad begaan dat Allah niet behaagd had.

Allah (st) heeft zijn smeekbeden geaccepteerd en hem uit deze moeilijke situatie gehaald.

Allah (st) wil een voorbeeld geven aan degenen die in de buik van de problemen of moeilijkheden zitten. Allah vergeeft diegenen die vergiffenis vragen voor hun eigen daden.

Als we naar Allah (st) terugkeren, moeten we weten dat Allah degenen zal beschermen die zich tot hem wenden.

“Allah heeft hem geaccepteerd en hem gered uit alle ellende. Allah kan de andere moslim ook redden uit ellende.” (Anbijaa, 21/87-88)

Voorwaar, de bescherming van Allah (st) is het sterkst. Geen vijand kan tegen hem slagen. Een goed voorbeeld voor ons is die Mohammed (saw) in de grot van Sawr was met zijn beste vriend Eboe Bakr. Zijn vriend merkte op dat de vijanden erg dichtbij waren en ze hen konden zien en hij werd erg angstig.

Maar wat zei Mohammed (saw) tegen zijn vriend? “Allah is de derde tussen ons”

Het is een soort vlucht voor degenen die Allah (st) asiel vragen. Maar Allah bevestigt dat de gelovigen de Koran moeten volgen opdat de wereldse zaken hen niet mogen kapotmaken door middel van arrogantie van de ziel.

Ze mogen in moeilijkheden de hulp van Allah vragen met deze ayah: “Hasbunallahoe we ni’me-l wekiel”

“We ufavvidoe emrie ilallah, innellahe basieroen bi”l-ibaad.”

(Uit Hoetaboe’l-Cjoemoeaa wa’l-‘Iydayn)

 

15.04.2010

Huseyin Ece

DC Noord Holland

Locatie Zaandam