Die hij beweegt in de licht van de maan
Zijn blik was verwelkt en kleurloos
Ik kon niet kijken naar de ring
die zijn ogen heeft verslonden
Ondanks wilde ik het
Omdat het zo diep was
Daarna heeft hij zijn zakken doorgezocht
Net als de maan komt uit wolken
Heeft het glazend papier toegevoegd
Met zijn lippen die ze zo lang geleden
het terugslag hebben vergeten
Maakte hem naat en geplakt.
Ik kan hem niet weten maar
İk heb de zon van Afrika gedachten
die is wel gedood
De zon die niet meer verwarmt
en niet meer groter wordt
En de zon die werd ontvoerd
İk heb dit gedacht
Toen ik het vlam gezien op zijn aansteker.
De mensen waren daar langsgekomen
Druk die vol met straten zijn
De omgeving was in het licht
en de hoofden waren omhoog
Maar niemand keken naar hem
Omdat hij geen waarde dingen heeft
Om ernaar toe te kijken
Het dorstheid en geschurde hemel
De dode offer en de hoop
Een reizeger die in de geschiedenis liept
Een migratie die nooit rekening werd meegehouden
Een ballingschap die zijn wederkering werd verboden
De zwarte nachten die zonder ochtend
Hij is een rest van een strom
Hij is nu een wees die ballingschap heeft
Zijn huis dat geen meer levenspoor
en niet meer vruchtbaar
En ook niet meer laat geboren
De schippen hebben niet hem hier meegebracht
Op zijn pools zit niet touw
Op zijn nek zit ook niet boei
De zweepen volgen hem niet
Hij is niet een slaaf op een dek
Maar hij is noog steeds krijsgevangene
His is nog steeds eenzaam
Hij is een offer van een dissosatie
De ketting /boei zit op zijn hart
en op zijn innerlijke kracht
His is echte krijsgevangene
Zijn voorouders hadden de bijbel gekocht
In plaats van hun landen
Nu heeft hij geen bijbel ook
Net als geen wortel en geen takken
Zaandam 1991
AMSTERDAM AKŞAMLARI 8
Bir Afrikalı gördüm tam köşede
Dikilmiş, sigara sarıyordu
Elleri titriyordu;
Ayın ışığında oynayan kestane yaprağı gibi
Bakışı solgun ve renksizdi
Gözlerini yutan halkaya bakamadım
İstedimse de
Çünkü çok derinlerde idi.
Sonra ceplerini yokladı
Ayın bulutu yarışı gibi,
Bulduğu parlak kağıdı
Sigaraya ekledi yavaşça
Çoktandır tepkiyi unutan dudaklarıyla
Islattı ve yapıştırdı.
Onu bilmem, ama ben,
Afrika’nın ölen güneşini düşündüm
Artık ısıtmayan ve büyümeyen
Kaçırılan güneşini
Düşündüm
Onun çakmağındaki alevi görünce
Geçiyordu oradan insanlar
Sokaklar dolusu kalabalıklar
Çevre aydınlıktı ve başlar dikti
Kimse ona bakmıyordu
Çünkü onun
Hiç bir şeyi kalmamıştı görülmeye değer
Susuzluk ve yarılan gökyüzü
Ölü kurban, yahut umut
Tarihsel acının yolcusu
Hesabı sorulmayan bir göç
Dönüşü yasaklanan bir sürükleniş
Sabahsız kara geceler
Saldırgan fırtına artığı
Artık dumanı ve üreyişi tükenen
Doğurmayan bir ocağın
Sürgün edilmiş yetimi
Onu gemiler taşımadı buraya
Ellerinde ip, boynunda zincir yok
Kamçılar gütmüyor onu
Forsa değil güvertede
Fakat o yine bir tutsak
O bir sahipsizliğin arkadaşı
O bir çözülüşün kurbanı
Yüreği ve direnci zincirli
Azim bir tutsak
Ataları incil almışlardı
Topraklarına karşılık,
Şimdi onun elinde incil bile yok;
Kökü ve dalları olmadığı gibi
Zaandam 1991